Keizersgracht 187

<- 185 Keizersgracht                 Panorama                  Keizersgracht 189 ->

Keizersgracht 187-187a, Tekening Philips Caspar

Keizersgracht 187-187a, Tekening Philips Caspar

Keizersgracht 187, pand voor de doorbraak van de Raadhuisstraat

Keizersgracht 187, pand voor de doorbraak van de Raadhuisstraat in 1895

Keizersgracht 187 (afgebroken 1896)

Gebouwd           1864
Architect            G.B. Salm
Opdrachtgever    Algemeene Maatschappij voor Handel en Nijverheid
Afgebroken        1896 (doorbraak Raadhuisstraat)
1853 : LL 222    (huisnummer 1853-1875)
1808 : 41 2235  (verpondingsnummer)
1796 : 41 298    (kleinnummer)
1732 : 41 2228  (verpondingsnummer)
Kadast: E 4610  (kadaster oud) 

Keizersgracht 187 schoorsteenstuk

Detail uit "De doop van de kamerling" van Jacob de Wit, bruikleen van het Amsterdam Museum.

Het eerste huis dateert rond 1617.

Het pand is in 1744 geërfd door de rijke koopman Mathijs Beuning[1707-1755] en zijn vrouw Catharina Oudaen [1704-1764] van zijn moeder Geertruijd van den Bosch [1689-1744]. Hij laat er een nieuw achterhuis bouwen, dat rechts achter andere huizen door loopt, met daarin deze grote mahonie ontvangstkamer is tussen 1745-1748. De afmetingen van de kamer zijn te zien op de tekening G.B. Salm uit 1864 voor renovatie. Deze, helemaal rechts liggende kamer is 7,80 m bij 8,70 m en 4,80 m hoog. De toegang tot de kamer is via de kleinere kamer aan de linker zijde, door de monumentale dubbele mahoniehouten deuren. Beide kamers hebben drie ramen naar de achter zijde van het huis. Op de wanden is een 90 cm hoge lambrisering en afgeronde hoekstukken. En een prachtige schouw met een schoorsteenstuk uit 1748 van de schilder Jacob de Wit.

De familie Beuning

De familie Beuning is doopsgezind, maar Mathijs Beuning is een vooraanstaand lid van de hernhutters, een religieuze broederschap. Vermoedelijk organiseert hij in deze kamer samenkomsten van de Amsterdamse en Zeister Hernhuttergemeente. Er worden dan ondermeer om er ‘Singstunden’ gehouden. Het schoorsteenstuk heeft een religieus onderwerp: het Bijbelse verhaal over de bekering en doop van de kamerling. Tropisch mahoniehout wordt rond 1745 in Nederland nog niet veel gebruikt. Een kamerbetimmering van dit hout is dan ook een grote zeldzaamheid aan de grachten. Het hout is gebeeldhouwd in de rococostijl, die ook is toegepast voor de marmeren schoorsteen en het stucplafond. Het bovendeurstuk, boven de toegangsdeur, wordt toegeschreven aan Jurriaan Andriessen en is later in de 18de eeuw aan de kamer toegevoegd.

De familie de Clerq

Mathijs Beuning heeft het huis verkocht op 12 maart 1753 verkocht op de veiling. Jacob de Clercq [1710-1777] koopt het huis, samen met naastliggende pand 191. Maar hij heeft zijn nieuwe woning niet onmiddellijk betrokken. Als hij en zijn echtgenote Geertruijd Margaretha Verbrugge anderhalve maand na aankoop hun testament opmaken, wonen zij nog op de Keizersgracht tussen de Herenstraat en Brouwersgracht. Maar daarna zijn ze er wel in gaan wonen.

In 1759 is Jacob enkele malen gastheer voor de Zweedse reiziger Bengt Ferrner. Deze is in zijn thuisland hoogleraar, maar van 1758 tot 1763 begeleid Ferrner de ‘heer’ Lefebure, een zoon van een rijke Zweedse industrieel en bankier, op diens grand tour door Europa. Van februari tot juli 1759 verblijven zij in Nederland en door de connecties van vader Lefebure komt het tweetal in contact met Jacob, die een voornaam koopman op Zweden is. Jacob nodigde hen een aantal malen uit in zijn huis aan de Keizersgracht, alsook op zijn buitenplaats Driemond aan het Gein. Dankzij het bewaard gebleven dagboek dat Ferrner dan bijhoudt en dat later is vertaald en uitgegeven, zijn er van deze visites enkele verslagen. Hierin staan ook over Jacobs woonhuis een aantal bijzonderheden: 

Den 5den April waren de heer Lefebure en ik ten middagmaal bij den heer Jacob de Clercq, die na den maaltijd ons zijne orgels, die den eenen wand heelemaal besloegen, liet zien en erop speelde voor ons. Daarna bracht hij ons naar zijn bibliotheek, die tamelijk groot is. Daar had hij ook een mooie en kostbare verzameling van instrumenten voor experimenteele physica, vooral voor hydrostatica en optica; o.a. toonde hij ons ook spiegels voor een telescoop van 8 voet, die nu echter gedemonteerd was. Hij had bovendien een telescoop van twee voet, dien hij naar boven op het dak, waar hij zijn observatorium had, meenam om ons de streek rondom Amsterdam te laten zien. Het bovenste deel van het dak was plat en door een balustrade omgeven. Midden op dat vlakke dak was de opgang, die gedekt werd door een klein huisje van planken, dat aan alle zijden vensters had, waardoor men den hemel kon bezien, wanneer wind of koude of iets anders verhinderden om buiten op het dak te gaan.

 

Dit observatorium op het dak is ook te zien op de onderstaande afbeelding.

Keizersgracht 187 Observatorium 1875 SAA

Het observatorium dat te zien is op het achterhuis

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.